Als er iemand nauw verbonden is met de geschiedenis van winkelcentrum Bloemendaal is het wel Jan Gerritsen. Ruim 50 jaar geleden schreef Jan zich in voor een pand in het winkelcentrum, even later kwam hij in het oprichtingscomité en sindsdien is hij altijd verbonden gebleven aan het winkelcentrum. Vanuit verschillende functies, maar zonder tussenpozen.
In 1972 opende Jan samen met zijn vrouw Ada drogisterij Hermes aan De Heester. Datzelfde jaar wordt het plan gepresenteerd voor de bouw van winkelcentrum Bloemendaal, aan de overkant van de weg. Jan: ‘Het waren megalomane plannen. Het winkelcentrum zou deel uitmaken van een enorm complex, met een zwembad en een C&A. Het bleek uiteindelijk te hoog gegrepen. Dat kwam door het Gat van Bloemendaal, landelijk nieuws was dat. De bouw van de woonwijk Bloemendaal zorgde voor een enorm financieel tekort bij de gemeente, waardoor een deel van de plannen werd geschrapt.’ Wat wèl overeind bleef van de oorspronkelijke plannen, waren de vijftig winkelpanden. Winkeliers konden zich inschrijven om een pand te leasen. Jan was een van hen en kreeg een pand met een oppervlak van 300 m2, ‘een waanzinnig groot pand voor die tijd.’
Jan nam plaats in het oprichtingscomité van het winkelcentrum, samen met een aantal andere ondernemers. Het comité organiseerde het openingsfeest van het winkelcentrum. Burgemeester Van Hofwegen werd daarbij uitgenodigd om 14 november 1974 op een treintje het winkelcentrum in te rijden. Het comité richtte daarnaast de ondernemersvereniging op en ook hierin kreeg Jan een belangrijke rol, hij trad toe tot het bestuur.
De eerste jaren waren zeker geen vetpot voor de ondernemers, benadrukt Jan. ‘Toen het winkelcentrum werd gebouwd, was Bloemendaal nog maar een kleine wijk, er woonden zo’n 3000 inwoners. Het was dus flink aanpoten om break-even te draaien. Gelukkig kreeg het winkelcentrum al snel een goede naam, klanten kwamen van ver. Het was het eerste overdekte winkelcentrum in Gouda en er waren goede parkeervoorzieningen, dat werd in jaren ‘70 steeds belangrijker. Wat misschien nog belangrijker was dat er hele goede ondernemers in het winkelcentrum zaten. Bijna allemaal ondernemers uit Gouda, die zorgden voor aantrekkelijke winkels. Je kon hier alles vinden wat je nodig had. Dagelijkse boodschappen, kledingzaken, noem maar op, er was een heel behoorlijk aanbod.’
Met het winkelcentrum ging het dermate goed dat het in 1984 werd uitgebreid. Het deel waar tegenwoordig Albert Heijn is gevestigd, werd toegevoegd. De opening van dit nieuwe deel was spectaculair, met een heuse olifant als meest opvallende aanwezige. ‘We praten over een tijd geleden hè, je had toen nog van die bedrijven die met een olifant uit de kast konden komen.’
Met Jans zaak ging het ook goed, in 1989 opende hij een filiaal in de binnenstad en later ook een in winkelcentrum Goverwelle. Net als in Bloemendaal waren het grote winkels. Dit viel ook buitenstaanders op, in een artikel dat verscheen in het Financieele Dagblad werden de winkels beschreven als ‘opvallend ruim bemeten zaken waar de bezoeker zich in een luxe warenhuis waant.’ In 1994 kreeg Jan de kans om zijn pand in winkelcentrum Bloemendaal voor ‘een habbekrats’ over te nemen. Het was een oude regeling, bedoelt om middenstanders in het zadel te helpen.
Jan en zijn vrouw kochten in die periode nog meer winkelpanden. Bij gebrek aan pensioen moesten de huurpenningen fungeren als oudedagsvoorziening. In 1998 krijgt het echtpaar de kans om daadwerkelijk van die oude dag te gaan genieten, wanneer ze hun winkels kunnen verkopen. Twee aan Groenwoudt, een aan Kruidvat. ‘Ik zei tegen mijn vrouw “zo’n kans komt maar 1 keer”. We hebben er ook nooit spijt van gehad. Het was een mooie tijd met die winkels, maar we waren altijd aan het werk.’ Nu de winkels zijn verkocht, verhuizen Jan en zijn vrouw naar Frankrijk, waar ze een huis laten bouwen bij St. Tropez.
Ondanks zijn verhuizing blijft Jan nauw betrokken bij winkelcentrum Bloemendaal. Als eigenaar van enkele panden is hij toegetreden tot het bestuur van de VvE. Vanuit die rol neemt hij ook het initiatief voor de renovatie, ruim tien jaar geleden. ‘We wilden dat het winkelcentrum er frisser en moderner uit ging zien. Het moet aantrekkelijk blijven voor de klanten. Volgens mij is dat goed gelukt, het is aanzienlijk opgewaardeerd.’
Een aantal jaar geleden overleed Jans echtgenote Ada. Jan keerde terug naar Nederland en woont sindsdien in Breda. Hij zit nog altijd in het bestuur van de VvE van winkelcentrum Bloemendaal. Gevraagd naar zijn drijfveren, haalt Jan zijn visitekaartje tevoorschijn. Hierop staat een spreuk van Winston Churchill, waarin hij ondernemers betitelt als ‘het paard dat de kar moet trekken’. Zo trekt ook Jan al 52 jaar aan het winkelcentrum Bloemendaal. Een bos bloemen heeft hij daar nog nooit voor gekregen, maar als hij er rondloopt, is hij tevreden met wat hij ziet. ‘Het is nog steeds een levendig winkelcentrum. Een goede mix, goede constructie en met goede ondernemers. Dat is eigenlijk altijd zo geweest.’