Ron Broer: ‘Ik loop mijn hele leven al rond in Winkelcentrum Bloemendaal’
Winkelcentrum Bloemendaal bestaat 50 jaar. In dat tijdsbestek is er veel veranderd en verloop geweest van winkels en winkeleigenaren. Maar er zijn ook winkels en winkeleigenaren die er vanaf het begin af aan tot nu toe bij zijn. Waaronder Broer Haarverzorging.
Cor Broer begon er in 1975 bij toeval een kapperszaak. Hij liep er letterlijk tegen aan. En zoon Ron loopt al heel zijn leven in het winkelcentrum rond. Hij nam de zaak in 1996 van zijn vader over en is nog altijd als kapper actief.
Ron kan derhalve veel verhalen vertellen over Winkelcentrum Bloemendaal. Zeker aan de hand van een unieke uitgave: een krant van de introductie van het winkelcentrum, die hij in bezit heeft.
Speciale krant
De speciale krant van het Holland Silhouet (36 pagina’s, oplage 58.000) met kop ‘Bloemendaal krijgt een hart’ met ‘uitgebreide informatie over het nieuwe wijkwinkelcentrum’ is een waar collectors item, een geschiedschrijving, met verhalen, foto’s en advertenties uit die tijd, 50 jaar terug. Samen bladeren we er door heen. En dat duurt wel even: Broer heeft bij elke pagina, elk verhaal en elke advertentie wel een (sterk en mooi) verhaal te vertellen.
Zo komen we het voorwoord van burgemeester Chr. Van Hofwegen tegen, een item over de Stichting Winkelcentra Bloemendaal (opgericht op 21 mei 1967), een verhaal over architect De Jong. En uiteraard komen alle winkeliers en dienstverleners aan bod en aan het woord.
En dat alles omlijst en goed gevuld met advertenties: van Van ’t Hof Makelaardij, fietsenzaak Louwerensburg, drankenhandel en delicatessenwinkel Party Shop, Marskramer, Chinees-Indisch restaurant The Blue Bird, Brood en banketbakkerij Van Aalst, NMB Nederlandse Middenstandsbank, boekhandel Kamerbeek, Krol Schoenen, Foto Hekker, een aantal pagina’s Goed Nieuws van supermarkt Van de Gruyter, de Algemene Bank Nederland (ABN), Vluggenet (fa. Mul), supermarkt Van Driel, Kamermans Doe ’t Zelfcentrum, bloemenzaak Bloempie, hakkenbar en schoenreparaties Hakky, Steenland de warme bakker, de Nutsspaarbank, Grit Optiek, Jamin, Rabobank, Piet Lap, C.A. Grootveld en ZN. groenten en fruit, slager-vakman Teun van Vliet, Poelier Mart van Loon, Rijkspostspaarbank/de postgiro, schoenmodes Ronaat en drogisterij-parfumerie Hermes.
Misschien ken je ze nog wel. En deed je bij sommige boodschappen, deed je bankzaken, kocht je er kleding, liet je je ogen meten, of bracht je er je kapotte schoenen.
Het gaat te ver om alle items uit de speciale openingskrant hier te beschrijven. Elk item herbergt een verhaal over de winkel, de keten, de eigenaar, enzovoorts. Als je bij Ron in de stoel zit, moet je er maar eens naar vragen. Het levert sowieso genoeg gespreksstof op.
Spraakwater
Maar spraakwater, daar heeft Ron nooit een gebrek aan. Zeker niet als het over zijn geliefde voetbalclubs Feyenoord en Moordrecht gaat, het reilen en zeilen van de regionale voetbalclubs, over de kappersbranche en over het winkelcentrum in het algemeen. Ron heeft immer veel te vertellen. Het is altijd gezellig bij Ron in de stoel. Hij kent ook veel mensen. Zeker ook als klant.
Zo vertelt Ron over het ontstaan van kapperszaak Broer Haarverzorging. “Mijn vader Cor Broer kwam in zijn pauze het winkelcentrum in aanbouw tegen. Op een stoel in een van de laatste lege panden hing een briefje met de tekst: ‘Winkelcentrum zoekt kapper’. Toen is het balletje gaan rollen. We openden een eigen kapperszaak. Iets later dan de opening”, zo verklaart Ron de reden waarom er geen verhaal en advertentie van Broer Haarverzorging in de krant staat.
“Woensdag 18 november 1974 is het winkelcentrum geopend, 11 maart 1975 zijn wij hier begonnen. Ja, zo zit dat. En we zitten hier nog steeds. We zitten hier bijna vanaf het begin. De eerste 21 jaar mijn vader, daarna nam ik de zaak over. En we knippen tot op de dag van vandaag door. De overlap was van korte duur. Mijn vader en ik hebben één week samengewerkt. Toen kregen we al ruzie. Zakelijk konden we het niet zo goed met elkaar vinden. Op alle andere fronten wel.”
Drie kapsters die nu bij Ron in de zaak staan, kunnen dat navertellen. Greet, Karin en Natasja zijn ooit begonnen bij Cor en knippen nog altijd voor Ron.
Ministersvrouwen
Broer is een heuse kappersfamilie. “Mijn Opa Cor had al een kapperszaak aan het Zoutmansplein, in de Goudse Vogelbuurt. Mijn vader Cor groeide op in de kapsalon van zijn ouders. Hij volgde de opleiding tot plateelschilder aan de ambachtsschool, maar koos toch voor het kappersvak. Hij werkte her en der, onder meer in een chique Haagse kapsalon. Daar kwamen zelfs ministersvrouwen.”
Ook zijn moeder Ina werkte in een kapperszaak, in Rotterdam. In Rotterdam Overschie nam het stel de zaak en bovenwoning van Ina’s werkgever over. Zo begonnen ze samen met een kapsalon, onder de voor de hand liggende naam Corina. “We woonden boven de zaak”, vertelt Ron.
Het Goudse bloed kroop echter waar het niet gaan kon. “Mijn moeder kreeg na 10 jaar heimwee naar Gouda. En mijn vader kreeg later het heen en weer van het steeds meer heen en weer rijden van Gouda naar Rotterdam vice versa. In zijn gele Fiat 128. Het was steeds een wereldreis voor hem. ‘Ik kap ermee’, riep hij op een gegeven moment. En hij is toen aan de slag gegaan bij Wolf, groothandel in elektronica. Maar dat was niets voor hem. Geen eigen baas, geen eigen verantwoordelijkheid.”
Bij zijn rondje door Gouda en het nieuwe winkelcentrum Bloemendaal kwam hij bij dit lege pand en zag hij een bord op de stoel staan: ‘Wie wil hier een kapperszaak vestigen?’ En zo is het gekomen.”
Vrienden
Begin jaren zeventig opende ‘Cor met de snor’ een kapsalon in winkelcentrum Bloemendaal. Het liep direct als een trein. Iedereen wist wie kapper Cor was, met zijn enorme snor.
“Ik liep hier als 10-jarig mannetje al rond. In de zaak van mijn vader. En zeker ook om een ijsje te kopen bij Jamin. Later ook om boodschappen te doen. En om te werken: vakkenvullen bij Van Driel. Het gebeurde immers allemaal in winkelcentrum Bloemendaal. Winkelcentrum Bloemendaal was daarom ook de vaste stek om af te spreken met mijn Goudse vrienden. Al mijn vrienden woonden rond het winkelcentrum. Met de meesten heb ik nog altijd contact. We maken zelfs ieder jaar een reisje met elkaar.”
Op mijn vijftiende stelde mijn vader mij voor de keuze: terug naar school of zelf werk zoeken. In de kapperszaak of het huis uit. Ik wilde toen vertegenwoordiger in kappersartikelen worden. Staat allemaal niet los van elkaar. We hebben het van huis uit meegekregen. Mijn opa, vader, moeder, oom, tante, zus. Allemaal kappers. Het is een rode draad in ons leven. Opvolging is er overigens niet: de kleinkinderen Clint, Lisa en Anne hebben het kappersgen niet geërfd.”
Ron dus wel. “Op mijn 29-ste jaar heb ik de zaak hier overgenomen. Eerst opleiding gevolgd en vervolgens ervaring opgedaan in een aantal zaken van keten Maison Henny, waarbij ook Cor Broer BV was aangesloten. Een grote vooruitstrevende en moderne kappersketen met vele zaken, de nieuwste systeem, knippen zonder afspraak, veel klanten, veel kappers. Een voorbeeld voor de kappersbranche.”
Wij woonden aan de Bleulandweg, maar waren veel in winkelcentrum Bloemendaal te vinden. Hart en ziel lagen in de zaak. De salon was het helemaal. En zo is het nu nog steeds.
“Ik woon sinds 2001 in Moordrecht. Ik doe veel met de voetbaljeugd van Moordrecht. En ga vaak bij mijn zoon Clint kijken, die in het eerste speelt. Nee, op zaterdag werk ik niet. Op zondag doe ik de administratie. Verder ben ik hier iedere dag. De kapperszaak is onze levensbron. Ik ben werkgek. We zijn hier zes dagen in de week. Zaterdag een halve dag.”
Tijden veranderd
De tijden zijn wel veranderd, zo constateert Ron. Zo ook het winkelcentrum, het winkelende publiek en de onderlinge saamhorigheid met de winkeliers. “Op 3 oktober 2006 heb ik in het winkelcentrum mijn 35-ste verjaardag gevierd. Met tafels en stoelen in de gangen, alle ondernemers van de partij, springkussens voor de kinderen. Tja, dat waren andere tijden. Er was meer hechtheid, saamhorigheid en gezelligheid met de ondernemers onder elkaar.”
“Neem ook de grote verbouwing van het winkelcentrum. Ik moest eruit. Er was bij ons asbest gevonden. We moesten met 15 kapsters in dienst de deuren sluiten. Maar ik moest ze wel doorbetalen. Stoppen was geen optie. Toen heeft Paul Spijkerman mij de helpende hand geboden. We mochten in zijn pand. We hebben daar drie maanden gezeten. Dat noem ik collegialiteit. Ik weet niet of dat tegenwoordig nog kan…”
Broer Haarverzorging is ook niet meer de enige kapper in het winkelcentrum. We hebben er nu welgeteld acht. Bijna in elke winkelgang één.
“Moordende concurrentie? Nee, daar heb ik geen last van. Iedereen heeft zijn eigen klanten. Bovendien hoeven ze bij ons geen afspraak te maken. Dat scheelt. We zijn de kapperszaak van en met het bekende stoplicht. Het werkt en heeft altijd gewerkt en het zal altijd blijven werken. Daarbij is het pand van onszelf. Zolang de gezondheid het toelaat en het team intact (of het liefst nog uitbreidt) en er geen super bod op de zaak komt, blijf ik staan knippen…
Tekst en foto: Pieter van Vliet, Parole, ZoGouds.nl